januari 24, 2024

Jean-Paul Sartre – vrijheid, keuzes en de zin van het bestaan

Wie was Jean-Paul Sartre?

Jean-Paul Sartre (1905–1980) was een Franse filosoof en schrijver, beschouwd als de vader van het existentialisme. Hij leefde in de turbulente eerste helft van de 20e eeuw en zijn ervaringen – vooral de Tweede Wereldoorlog – vormden zijn denken. Sartre studeerde filosofie in Parijs en ontmoette daar Simone de Beauvoir, met wie hij een levenslange samenwerking en relatie aanging. In 1938 bracht hij de roman De Walging (La nausée) uit, waarin hij de zinloosheid en vervreemding van het bestaan verbeeldde. Tijdens de Duitse bezetting in de oorlog schreef hij zijn hoofdwerk Het Zijn en het Niets (1943), dat de basis legde voor zijn filosofie. Sartre weigerde zich aan te passen aan de bezetter – zelfs met gevaar voor eigen leven bleef hij schrijven en ideeën verspreiden. Na de oorlog groeide hij uit tot een prominente denker die zich ook politiek uitsprak (hij weigerde bijvoorbeeld in 1964 de Nobelprijs voor Literatuur). Kortom, Sartre was een bevlogen intellectueel die de vraag naar de zin van het leven centraal stelde in een tijd van chaos. Zijn persoonlijke context – een wereld in crisis en een afkeer van opgelegde regels – dreef hem tot een filosofie waarin de mens zijn eigen leven moet vormgeven.

Wat wilde Sartre begrijpen of oplossen?

Sartre probeerde antwoord te geven op fundamentele vragen over het menselijk bestaan. Hij vroeg zich af: Wat betekent het om mens te zijn in een wereld zonder voorgegeven zin? Volgens Sartre is “de zin van het leven” niet vooraf bepaald – net zomin als het bestaan van God. We worden “zomaar in een zinloze wereld geworpen” en moeten vervolgens zélf betekenis creëren. Sartre wilde begrijpen hoe we in zo’n absurde (schijnbaar doelloze) wereld ons leven vorm kunnen geven. Centrale vragen in zijn werk waren onder andere: Zijn we werkelijk vrij als individu? Zo ja, wat doen we met die vrijheid? Hoe maken onze keuzes ons tot wie we zijn? En hoe kunnen we authentiek leven – onszelf blijven – temidden van sociale druk en onzekerheid? Sartre zocht naar een filosofie die mensen zou helpen omgaan met de existentiële angst (diepe onzekerheid of angst die kan opkomen als je beseft dat er geen vaststaande betekenis is) en die toch een basis biedt om voluit te leven. Met andere woorden, hij wilde een antwoord op de vraag hoe we zin kunnen vinden of scheppen in een wereld die van zichzelf geen zin heeft.

Door wie of wat werd Sartre beïnvloed?

Sartres denken kwam niet uit het niets; hij stond op de schouders van eerdere denkers en werd gevormd door gebeurtenissen om hem heen. Filosofisch liet hij zich inspireren door de fenomenologie van Edmund Husserl en de existentiefilosofie van Martin Heidegger. Deze Duitse filosofen onderzochten bewustzijn en “zijn”, wat Sartre hielp bij zijn eigen ideeën over hoe we onszelf ervaren. Ook eerdere denkers als Søren Kierkegaard en Friedrich Nietzsche worden gezien als voorlopers van Sartres existentialisme – zij benadrukten al dat het individu zelf zin moet geven aan het leven.

Daarnaast speelde de historische context een grote rol. De jaren van WOII en de Bezetting van Frankrijk confronteerden Sartre en zijn generatie met een harde, absurde werkelijkheid. Oude zekerheden (religie, traditie) leken weg te vallen in de chaos van oorlog. Deze ervaring van onderdrukking en willekeurige geweld maakte de vrijheid des te waardevoller: na jaren van onvrijheid voelde men sterk de drang om zelf zin en een toekomst te scheppen. Sartre’s filosofie sloot aan bij dat gevoel.

Ook persoonlijke relaties beïnvloedden hem. Zijn partner Simone de Beauvoir was zelf filosofe en schrijfster; ze discussieerden en dachten samen, en beïnvloedden elkaar wederzijds hun leven lang. Ze leefden naar hun ideeën: zo hadden ze een open relatie en trouwden bewust niet, omdat ze de traditionele huwelijkseenheid als een beperking van individuele vrijheid zagen. Tot slot kende Sartre tijdgenoten zoals Albert Camus, met wie hij bevriend raakte en filosofische ideeën uitwisselde. Hoewel hun wegen uiteindelijk scheidden (onder meer door meningsverschil over politieke keuzes), daagde deze vriendschap Sartre uit om zijn opvattingen verder aan te scherpen.

Sartres belangrijkste ideeën uitgelegd

Sartre’s filosofie heet existentialisme. Dat is de stroming die stelt dat het bestaan van de mens voorafgaat aan zijn essentie – met andere woorden, eerst zijn we er, en pas daarna bepalen we door ons handelen wie we zijn. Hieronder leggen we een paar van zijn kernideeën in eenvoudige taal uit.

Vrijheid

Vrijheid staat centraal bij Sartre. Hij stelt dat de mens radicaal vrij is – zo vrij dat we er zelfs “toe veroordeeld” zijn. Met die beroemde uitspraak “De mens is veroordeeld om vrij te zijn” bedoelde Sartre dat we altijd moeten kiezen en niet kunnen ontsnappen aan onze vrijheid. Er is geen God of lot dat onze keuzes voor ons maakt: we beslissen uiteindelijk zelf. Zelfs in extreme situaties is er volgens Sartre een keuze. Zelfs “met een pistool tegen je hoofd ben je nog vrij om te kiezen”, schreef hij. Dat klinkt vreemd, maar hij wil zeggen: je hebt altijd minstens de keuze hoe je je verhoudt tot wat je overkomt (je kunt bijvoorbeeld weigeren mee te werken, zelfs als dat gevolgen heeft). Deze onvermijdelijke vrijheid kan voelen als een zware last, maar voor Sartre was het een feit van het mens-zijn.

Verantwoordelijkheid

Bij die onbegrensde vrijheid hoort ook onbegrensde verantwoordelijkheid. Omdat niets of niemand anders onze keuzes bepaalt, zijn wij zelf volledig verantwoordelijk voor de consequenties. Sartre benadrukte dat je niet met een vinger kunt wijzen naar het lot, God of “de omstandigheden” om je daden te verklaren. Als vrij wezen ben jíj degene die beslist – en dus ook degene die ervoor moet opdraaien. Met die radicale vrijheid komt een grote verantwoordelijkheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat als je een bepaalde levensweg kiest (een carrière, een relatie), jij daarvoor de verantwoordelijkheid draagt – je kunt niet zeggen “zo ben ik nu eenmaal voorbestemd” of “ik kon niet anders”. Sartre daagt ieder individu uit om die verantwoordelijkheid te omarmen in plaats van te ontlopen. Doe je dat niet, dan ben je in zijn ogen jezelf en de waarheid aan het verloochenen.

Keuzes maken

Ons leven is volgens Sartre eigenlijk een reeks keuzes. We moeten voortdurend beslissingen nemen, groot en klein, en daarmee vormen we stap voor stap wie we worden. Er is geen ontkomen aan: “Aan keuzes ontkom je nooit”, zegt Sartre. Zelfs als je probeert niet te kiezen, is niét kiezen óók een keuze – je besluit dan immers om passief te blijven. Een treffend voorbeeld is iemand die ontevreden is met zijn baan maar toch blijft. Hij zou kunnen denken dat hij “geen keuze” heeft (bijvoorbeeld vanwege geld), maar feitelijk kiest hij ervoor te blijven vanwege de zekerheid – hij zou in principe ook weg kúnnen gaan. Zo creëren we door al onze handelingen en beslissingen geleidelijk onze eigen “essentie” of identiteit. In Sartres woorden: existentie gaat vooraf aan essentie – eerst bestaan we, en vervolgens maken we onszelf door wat we kiezen te doen. Dit idee maakt mensen tot de auteur van hun eigen leven: jij “schrijft” als het ware je levensverhaal via je keuzes.

Angst en ‘kwade trouw’

Maar zo’n enorme vrijheid is best beangstigend. Wanneer je beseft dat jij verantwoordelijk bent voor je leven en dat er geen vast pad is, kun je existentiële angst (ook wel “angst” of “leidende twijfel”) ervaren. Sartre zei: “In de angst wordt de mens zich bewust van zijn vrijheid.” Die angst is eigenlijk het knagende besef dat alles openligt en dat jij het moet invullen – een gevoel van duizelingwekkende mogelijkheid, maar ook onzekerheid. Het is normaal dat mensen voor die verantwoordelijkheid willen wegvluchten; het kan verleidelijk zijn om te doen alsof er toch iets is dat je richting geeft (bijv. “het lot wil dat ik dit doe” of “ik heb gewoon géén keuze”). Sartre noemt dat “kwade trouw” (mauvaise foi): jezelf voor de gek houden om maar niet vrij hoeven te zijn. Iemand die in kwade trouw handelt, ontkent zijn eigen vrijheid. Een klassiek voorbeeld dat Sartre geeft is een ober in een café die overdreven z’n rol speelt – zo doet alsof “ober-zijn” zijn hele identiteit is en hij geen andere mogelijkheden heeft. In feite kiest hij er zelf voor om zich tot die rol te beperken, uit angst voor de onzekerheid buiten die rol. Kwade trouw zie je vaak wanneer mensen tegen zichzelf zeggen: “Ik kan er niks aan doen, zo ben ik nou eenmaal” – terwijl ze eigenlijk een keuze zouden kunnen maken om het anders te doen. Het is een vorm van zelfmisleiding om de angst voor het onbekende te sussen.

Authentiek leven

Authentiek leven is het tegenovergestelde van leven in kwade trouw. Sartre moedigt aan om eerlijk naar jezelf te zijn en te erkennen dat jij vrij bent. In plaats van jezelf te zien als slachtoffer van omstandigheden of als een vaststaand “ding”, kun je kiezen voor een bewust, eerlijk leven waarin je je vrijheid benut. Kiezen – daadwerkelijk beslissingen nemen op basis van je eigen waarden – is volgens Sartre de enige weg naar een daadkrachtig en authentiek leven. Authentiek leven betekent je eigen keuzes maken en daar verantwoordelijkheid voor nemen, hoe lastig dat soms ook is. Het houdt ook in dat je jezelf continu opnieuw durft uit te vinden. Je bent niet gedwongen om vandaag dezelfde persoon te zijn als gisteren; je mag van koers veranderen als je dat oprecht wilt, want er is geen vooraf bepaald script. Natuurlijk blijft het maken van keuzes moeilijk. Sartre erkent dat we altijd te maken hebben met de blik en meningen van anderen, die ons graag in een hokje plaatsen (denk aan zijn beroemde uitspraak “De hel, dat zijn de anderen”, waarmee hij bedoelt dat andere mensen je kunnen laten voelen als een object in hun ogen). Maar juist door je daarvan bewust te zijn, kun je proberen trouw te blijven aan jezelf en niet simpelweg de verwachtingen van anderen volgen. Een authentiek leven is dus een leven waarin je eigenaar bent van je daden en beslissingen, hoe imperfect of onzeker het resultaat ook is.

Wat kunnen we nu met deze ideeën?

Sartres inzichten kunnen, ondanks hun zware toon, heel waardevol zijn in het dagelijks leven. Ze bieden handvatten voor zelfreflectie en persoonlijke groei. Enkele manieren waarop we zijn ideeën kunnen toepassen:

  • Zelfkennis en persoonlijke groei: Het besef dat jij je eigen leven vormgeeft kan bevrijdend zijn. In plaats van jezelf te zien als speelbal van omstandigheden, moedigt Sartre je aan te vragen: Welke keuzes heb ik? Door eerlijk te kijken naar de beslissingen die je neemt (of vermijdt), leer je jezelf beter kennen. Je ontdekt misschien dat je uit gewoonte of angst in bepaalde situaties blijft hangen. Sartre’s filosofie prikkelt je om die automatische piloot uit te zetten en bewuste keuzes te maken die bij je passen. Dit vergroot je zelfkennis en gevoel van autonomie.
  • Omgaan met onzekerheid: Veel mensen ervaren angst voor het onbekende of zoeken naar zekerheid. Sartre’s idee dat er geen vast omlijnde betekenis of pad is, kan eng zijn, maar ook geruststellend: niemand heeft het ultieme antwoord, dus jij hoeft het ook niet per se “fout” te doen. Onzekerheid hoort bij het leven – volgens Sartre is het zelfs een teken dat je vrij bent. In plaats van te proberen alle onzekerheid weg te nemen, kunnen we leren accepteren dat twijfel en angst af en toe normaal zijn. Je kunt die angst zien als een signaal dat er iets op het spel staat dat jij belangrijk vindt. Vervolgens kun je ondanks de onzekerheid toch een stap vooruit zetten, een keuze maken in lijn met jouw waarden. Dit helpt je te groeien in moed en veerkracht: je leert dat je geen absolute garanties nodig hebt om toch richting te geven aan je leven.
  • Geluk en zingeving: Sartre zelf sprak niet veel over “geluk” in de traditionele zin – hij was meer bezig met betekenis en authenticiteit dan met blijheid. Toch kunnen zijn ideeën indirect bijdragen aan een dieper gevoel van tevredenheid. Door je eigen waarden te creëren en na te streven (in plaats van klakkeloos te doen wat anderen zeggen dat je “gelukkig” zou maken), leef je een leven dat echt van jou is. Dit kan leiden tot een vorm van voldoening of zin die dieper gaat dan oppervlakkig geluk. Als je bijvoorbeeld altijd het pad van de minste weerstand kiest omdat dat “veilig” voelt, kun je op den duur juist ongemakkelijk of leeg voelen. Sartre zou zeggen: het echte geluk – of beter gezegd gevoel van vervulling – ontstaat wanneer je durft te leven naar je eigen gekozen doelen en overtuigingen. Bovendien haalt zijn gedachte dat “alles mogelijk is nadat we geboren zijn” je uit de rol van toeschouwer: het maakt je een acteur in je eigen leven, wat uiteindelijk bevredigender is dan passief afwachten.
  • Relaties en omgaan met anderen: Hoewel Sartre beroemd is om het pessimistische klinkende “De hel, dat zijn de anderen”, kunnen we uit zijn filosofie juist positieve lessen trekken voor onze relaties. Hij waarschuwt dat we elkaar makkelijk in hokjes stoppen: we zien de ander vaak als een vaststaand type, en voelen ons op onze beurt door de ander beoordeeld. Dit kan relaties benauwen. De les hieruit is om elkaar meer als vrije wezens te benaderen. Besef dat jouw beeld van een vriend of partner nooit het hele verhaal is – die persoon blijft vrij om te veranderen en nieuwe keuzes te maken, net als jij. Dit inzicht kan helpen om meer open communicatie te hebben en elkaar de ruimte te geven. Ook moedigt Sartre’s idee van authenticiteit ons aan eerlijk te zijn in relaties: doe je je anders voor om aan verwachtingen te voldoen (dan leef je “in kwade trouw” naar jezelf), of durf je jezelf te laten zien? In een gezonde relatie is ruimte voor twee vrije individuen die bewust voor elkaar kiezen. Sartre en Simone de Beauvoir probeerden bijvoorbeeld een relatievorm te vinden die hun wederzijdse vrijheid respecteerde. Je hoeft hun voorbeeld niet letterlijk te volgen, maar de kern is relevant: echte verbinding ontstaat wanneer beide partijen zichzelf mogen zijn en verantwoordelijkheid nemen voor hun rol in de relatie.

Samengevat helpen Sartres ideeën ons herinneren dat we niet machteloos zijn. Zelfs als het leven chaotisch of zinloos aandoet, heb jij de mogelijkheid – en de verantwoordelijkheid – om er zelf iets van te maken. Dat besef kan je sterker maken bij tegenslagen (je kunt immers altijd ergens een keuze maken, al is het hoe je ermee omgaat) en nederiger in successen (je kunt niet pretenderen dat het “voorbestemd” was – het was jouw keuze en inspanning).

Kritiek en beperkingen van Sartres denken

Sartres filosofie is invloedrijk, maar er is ook kritiek op. Sommige critici vonden zijn beeld van het leven erg somber – de nadruk op zinloosheid en angst leek hen nogal pessimistisch. Niet iedereen kan zich vinden in de stelling dat “God niet bestaat en alles absurd is”; voor gelovigen en andere denkers voelde het alsof existentialisme geen ruimte liet voor objectieve waarden of hoop. Anderen stellen juist dat Sartre té optimistisch over de menselijke vrijheid is: hebben mensen echt altijd een keuze? Bijvoorbeeld, iemand die in armoede of onderdrukking leeft, heeft veel minder mogelijkheden. Structuralistische en marxistische denkers benadrukten dat we ook gevormd en beperkt worden door onze omgeving, opvoeding en samenleving – factoren waar je niet zomaar vrij uit kunt stappen. Zij vonden Sartres nadruk op het individuele keuzevrijheid wat eenzijdig. Bovendien kan de eis om altijd maar verantwoordelijk te zijn verlammend werken of schuldgevoelens aanwakkeren; niet iedereen is mentaal in staat die constante druk van vrijheid aan te kunnen. Ten slotte merkten critici op dat Sartre weinig houvast geeft voor ethiek: als iedereen zijn eigen waarden schept, hoe voorkomen we dan conflict of bepalen we wat goed is? Sartre zou antwoorden dat we altijd ook een verantwoordelijkheid naar anderen hebben, maar zijn tegenstanders vonden dit onvoldoende uitgewerkt. Ondanks deze kritiek blijft zijn werk voor velen inspirerend, al is het maar als aansporing om na te denken over wie je bent en wilt zijn.

Kernboodschap van Sartre in één zin

De mens is radicaal vrij en moet door zijn eigen keuzes zin aan zijn leven geven – die vrijheid brengt volledige verantwoordelijkheid met zich mee.