Veel mensen vinden filosofie abstract, maar de Duitse denker Martin Heidegger (1889–1976) wilde juist het menselijk bestaan zelf beter begrijpen. Zijn ideeën gaan over vragen als: Wat is de zin van ons leven? Wat betekent het om vrij te zijn? Waarom voelen we angst? In dit artikel leggen we Heideggers denken op een toegankelijke manier uit, zonder filosofisch jargon. We bespreken wie hij was, welke vragen hij stelde, door wie hij beïnvloed werd, zijn belangrijkste ideeën, wat je daar in het dagelijks leven aan hebt, welke kritiek er is op zijn werk, en we sluiten af met de kernboodschap in één zin.
Wie was Martin Heidegger? (Leven en context)
Martin Heidegger was een invloedrijke Duitse filosoof, geboren in 1889 in een klein stadje in Zuid-Duitsland, en overleden in 1976. Hij groeide op in een katholiek gezin en begon zijn studie met theologie, maar stapte al snel over naar filosofie. In 1927 publiceerde hij zijn bekendste boek Sein und Zeit (Zijn en Tijd), dat hem op de kaart zette als belangrijk denker in de continentale filosofie. Hierin hield hij zich bezig met de vraag naar de betekenis van het “zijn” – met andere woorden, wat het betekent dat wij en de dingen bestaan. Heidegger werd hoogleraar en gaf les aan de universiteiten van Marburg en Freiburg.
De historische context speelde een grote rol in zijn leven. Hij leefde tijdens turbulente tijden in Duitsland: na de Eerste Wereldoorlog, in de crisisjaren en tijdens de opkomst van het naziregime in de jaren ’30. In 1933, het jaar dat Hitler aan de macht kwam, werd Heidegger rector (hoofd) van de Universiteit van Freiburg en sloot hij zich aan bij de Nazi-partij. Hij ondersteunde aanvankelijk het nieuwe regime, wat hem later zeer kwalijk is genomen. Na een jaar trad hij terug als rector en hield zich minder openlijk met politiek bezig. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Heidegger een tijdlang een beroepsverbod van de geallieerde autoriteiten vanwege zijn rol tijdens het nazisme. Dit betekent dat hij enkele jaren niet mocht doceren. In de jaren ’50 begon hij echter weer te schrijven en lezingen te geven. Heidegger overleed in 1976 op 86-jarige leeftijd in Freiburg.
Ondanks deze controversiële periode blijft Heidegger bekend staan als een origineel denker over existentiële vragen. Zijn leven laat zien hoe filosofie niet losstaat van geschiedenis: hij dacht na over menselijk bestaan in een tijd van grote onzekerheid en veranderende waarden, maar zijn eigen keuzes (zoals zijn betrokkenheid bij het nazisme) werpen tot op de dag van vandaag een schaduw op zijn nalatenschap.
Wat wilde Heidegger begrijpen? (Zijn centrale vragen)
Heidegger hield zich bezig met diepgaande basisvragen over ons bestaan. De hoofdvraag die als een rode draad door zijn werk loopt is: “Wat is de betekenis van zijn?” Dit klinkt abstract, maar het komt neer op de vraag wat het betekent dat iets bestaat, of dat wíj bestaan. Hij vond dat de westerse filosofie deze vraag had verwaarloosd en dat men vooral bezig was met losse dingen en feiten, zonder stil te staan bij het zijn zelf.
In Sein und Zeit (1927) probeerde Heidegger concreter te maken wat die vraag inhoudt. Hij vroeg zich af hoe wij als mensen eigenlijk in de wereld aanwezig zijn en hoe we ons daartoe verhouden. Bijvoorbeeld: we zijn niet gewoon neutrale toeschouwers van de wereld, maar we beleven en handelen continu. Heidegger wilde begrijpen hoe we dat doen en wat daar de betekenis van is. Een centrale kwestie was daarbij de menselijke vrijheid en authenticiteit in het dagelijks leven. Hij vroeg zich af hoe een mens vrij kan zijn in de alledaagsheid en hoe dat samenhangt met de zin van het zijn. Met andere woorden: hoe kunnen we een echt eigen leven leiden te midden van de gewoontes en verwachtingen van alledag, en wat zegt dat over wie we zijn?
Verder stond de ervaring van angst (Duits: Angst) centraal in zijn vragen. Heidegger merkte op dat we soms een diepere vorm van angst voelen die niet gericht is op een concreet ding (zoals hoogtevrees of angst voor spinnen), maar een vaag gevoel van onzekerheid over het leven zelf. Hij zag dit niet per se als iets slechts, maar als een signaal dat ons iets kan vertellen over onze situatie in de wereld. Ook de tijdelijkheid en eindigheid van het leven waren voor hem sleutelthema’s: het besef dat we sterfelijk zijn en dat onze tijd op aarde beperkt is, speelt volgens Heidegger een grote rol in hoe we betekenis vinden. Kortom, Heidegger wilde de voorwaarden en kenmerken van het menselijk bestaan doorgronden – zaken als zijn, tijd, vrijheid, angst en dood – om zo antwoorden te vinden op existentiële vragen over zingeving.
Door wie of wat werd Heidegger beïnvloed?
Heidegger bouwde niet vanuit het niets zijn filosofie op; hij liet zich inspireren door eerdere denkers en zijn eigen achtergrond. Als jongeman was hij sterk beïnvloed door zijn katholieke opvoeding en de religieuze omgeving waarin hij opgroeide. Hij begon met theologie, wat betekent dat hij vertrouwd was met christelijke denkers (zoals kerkvaders Augustinus en Paulus). Maar al gauw verdiepte hij zich in filosofie en raakte hij onder de indruk van meerdere grote namen uit de filosofische traditie.
Enkele belangrijke invloeden op Heidegger waren:
- Edmund Husserl – Husserl was Heideggers leermeester en de grondlegger van de fenomenologie. Fenomenologie is een stroming die zegt: “ga terug naar de dingen zelf” – bestudeer ervaringen en verschijnselen precies zoals ze zich voordoen. Heidegger leerde veel van Husserl’s methode om nauwkeurig te kijken naar menselijke ervaring. Hij was zelfs Husserls assistent en droeg Sein und Zeit op aan deze mentor. Toch ging Heidegger uiteindelijk een eigen weg en week hij af van Husserl door minder de nadruk op bewustzijn te leggen en meer op het zijn in de wereld (daarover hierna meer).
- Aristoteles en de oude Grieken – Heidegger had grote bewondering voor de Griekse filosofen, vooral Aristoteles en de pre-socratici (de alleroudste Griekse denkers). Zij waren namelijk de eersten die vroegen: “Wat betekent het dat iets is?” Heidegger vond dat die oervraag in de moderne tijd vergeten was. Van Aristoteles nam hij bijvoorbeeld het idee over dat “zijn” meerdere betekenissen kan hebben (iets wat Aristoteles in de Metafysica onderzoekt). Ook termen als ousia (zijnswezen) en energeia (actuele werkzaamheid) uit Aristoteles’ werk trokken zijn aandacht. Kortom, de manier waarop de Grieken nadachten over zijn en waarheid legde de bodem voor Heideggers eigen denken.
- Moderne filosofen en tijdgenoten – Heidegger was goed bekend met denkers uit de 19e en begin 20e eeuw. Zo werd hij “existentiëler” in zijn denken onder invloed van Søren Kierkegaard en Friedrich Nietzsche. Kierkegaard (een Deense filosoof) schreef over individueel bestaan, keuzevrijheid en angst voor de eindeloze mogelijkheden van het leven. Bij hem lezen we bijvoorbeeld over de angst voor de vrijheid – de duizeling die je kunt voelen als je beseft dat je volledig vrij bent om je eigen leven vorm te geven, maar daarmee ook verantwoordelijk voor wat je ervan maakt. Deze ideeën resoneren sterk bij Heidegger, die het begrip Angst uitwerkt als moment waarop de bodem onder het dagelijks leven even wegvalt. Nietzsche bracht het idee naar voren dat traditionele waarden hun kracht verloren hadden (“God is dood”) en waarschuwde voor nihilisme (het gevoel dat niets echt betekenis heeft). Heidegger nam die waarschuwing serieus: hij zag het gevaar dat we in een zinloosheid vervallen als we geen echt eigen invulling aan het leven geven. Daarnaast las Heidegger Immanuel Kant en G.W.F. Hegel, filosofen die veel schreven over kennis, ervaring en hoe we de wereld begrijpen. Hoewel hij hun systeemkritiek niet volledig volgde, haalde hij er elementen uit (bijv. Kant’s ideeën over tijd en menselijke begrenzingen nam hij mee, maar hij ging verder door te vragen naar de voorwaarde voor zijn zelf in plaats van alleen voor kennis).
Samengevat werd Heideggers denken gevoed door een breed scala aan bronnen: van middeleeuwse mystiek tot aan fenomenologie en existentialisme. Hij verweefde al die invloeden tot een eigen benadering. Zo kwam hij op originele ideeën, maar je kunt er sporen in herkennen van Aristoteles, Husserl, Kierkegaard, Nietzsche, Dilthey, Kant en anderen. Zijn denkwijze is dus een soort gesprek met zowel de oude Grieken als de moderne tijdgenoten.
Heideggers belangrijkste ideeën (in eenvoudige taal)
Heideggers filosofie staat bekend als diepzinnig maar ook moeilijk. Toch kunnen we de kern van een paar van zijn belangrijkste ideeën in begrijpelijke termen uitleggen. We doen dat hier, alsof we het aan een goede vriend vertellen, met voorbeelden uit het dagelijks leven.
- “Dasein”: mens-zijn als zijn-in-de-wereld – In plaats van over “de mens” of “het subject” te praten, gebruikt Heidegger het woord Dasein (Duits voor “er-zijn”) voor de mens. Hiermee bedoelt hij de mens niet als losstaand ding, maar als wezen dat altijd ergens is, in een wereld. Hij zegt eigenlijk: je kunt een mens niet begrijpen alsof het een eilandje is van bewustzijn los van de wereld om zich heen. We zijn altijd al betrokken bij onze omgeving. Denk bijvoorbeeld aan een alledaagse handeling als een spijker in de muur slaan met een hamer. Op het moment dat je aan het hameren bent, ben je niet in je hoofd theorieën aan het bedenken over die hamer; je gebruikt hem gewoon, je bent gericht op het ophangen van dat schilderij. De hamer voelt als een verlengstuk van je hand en je focus ligt op het doel (de spijker de muur in krijgen). Pas als de hamer breekt of niet doet wat je wilt, valt het je op als object (een stuk hout en ijzer). Dit voorbeeld gebruikte Heidegger om te laten zien dat we de dingen om ons heen primair ervaren in hun betekenisvolle verband (een hamer om mee te timmeren, een pen om mee te schrijven, enzovoort), niet als losse objecten. Hij noemde dit “zijn-in-de-wereld”: we bestaan altijd in een concrete situatie, vol met mensen, dingen en doelen, en dat bepaalt hoe we de wereld ervaren.
- Het “Men” en onechtheid vs. echtheid – Heidegger merkte op dat mensen vaak geneigd zijn met de massa mee te doen. Hij gebruikte de term “das Man”, wat je kunt vertalen als “het men” of “de menigte” – vergelijkbaar met hoe we in het Nederlands zeggen “men doet dit of dat”. Daarmee doelt hij op de anonieme druk van de algemene opinie en conventies. In het dagelijks leven betekent dit dat we bijvoorbeeld een bepaalde carrière kiezen, bepaalde kleding dragen of meningen overnemen omdat iedereen het doet, niet per se omdat het uit onszelf komt. Dit fenomeen noemde hij ook wel oneigenlijkheid of onechtheid (Uneigentlichkeit) – je leeft dan eigenlijk niet je eigenlijke zelf, maar alsof je een rol speelt die door de omgeving is neergezet. Dat kan comfortabel zijn, want je vaart dan een beetje met de stroom mee en hoeft niet steeds zelf alles te bepalen. Heidegger zag ook dat dit gemak geeft (het ontlast, zei hij). Maar de keerzijde is dat je dan je persoonlijke verantwoordelijkheid uit de weg gaat. Je verschuilt je achter “tja, zo doet iedereen het nu eenmaal”. Volgens Heidegger is de mens in die modus niet echt vrij, juist omdat je je door het Men laat leiden en niet je eigen keuzes maakt. Hij vond dat we pas echt vrij en onszelf zijn als we ons losmaken van dat “Men”. Dit noemt hij Eigentlichkeit, vaak vertaald als authenticiteit of eigenlijkheid. Dat betekent: leven naar je eigenlijke zelf. Je durft zelf te denken en te kiezen, zelfs als dat tegen de druk van de omgeving ingaat. Heidegger beschreef de overgang van onechtheid naar echtheid als een soort bekering van de mens tot zichzelf. Je neemt als het ware je eigen leven terug. In Sein und Zeit schrijft hij dat mensen de moed moeten hebben om zich te ontworstelen aan het geroddel en groepsdenken (“das Gerede”, letterlijk “het geklets”) en weer voor zichzelf te leven. Het resultaat is dat je leven minder oppervlakkig wordt en je beter in staat bent om zelf betekenis te geven aan je bestaan. Een simpel voorbeeld: stel dat al je vrienden hoge verwachtingen hebben over dat jij dokter of advocaat wordt, omdat “dat nu eenmaal succes betekent”. Je voelt die druk en gaat braaf die richting op (dat is het Men dat je stuurt). Maar ergens vanbinnen merk je dat je daar niet echt gelukkig van wordt; je wilde eigenlijk altijd al iets creatiefs doen, bijvoorbeeld muzikant worden of een eigen bedrijf beginnen. Authenticiteit betekent in dit geval dat je dit eerlijk onder ogen ziet en de moed vat om de keuze te maken die bij jou past – ook al knikt de omgeving misschien afkeurend. Dat is eng, maar volgens Heidegger herwin je zo je vrijheid en eigenheid, en daardoor leef je uiteindelijk een betekenisvoller leven.
- Angst en de confrontatie met het niets – Een opvallend inzicht van Heidegger is dat juist momenten van diepe onzekerheid of angst ons iets waardevols kunnen leren. Hij bedoelt hier niet de gewone angst voor iets concreets (zoals een examen of een ziektekostennota), maar existentiële angst: dat beklemmende gevoel dat ineens alles wankelt. Heb je weleens meegemaakt dat je ‘s nachts wakker ligt en je ineens afvraagt: “Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Wat als niets in het leven uiteindelijk betekenis heeft?” Dat soort angst noemde Heidegger een “grondstemming” – het overvalt je niet vaak, maar áls het gebeurt, onthult het iets diepers. In zo’n moment lijken alle dagelijkse zekerheden even weg te vallen; de wereld voelt vreemd en leeg, alsof de vertrouwde context even verdwenen is. Volgens Heidegger werpt juist die ervaring een licht op wie we zijn. Het is alsof je heel even in “het niets” kijkt, in de zin dat al het gewone zijnsvertrouwen (dat dingen gewoon zijn en zin hebben) even verdwijnt. Dit klinkt erg negatief, maar Heidegger ziet er een kans in: in die angst ervaar je dat je niet op de automatische piloot kunt leven en dat je zelf betekenis moet creëren. Angst schudt je wakker uit het Men-bestaan. Doordat even “niets meer zeker voelt”, besef je juist dat je vrij bent om zelf invulling te geven. Daarom zegt men weleens: “Angst maakt je bewust van je vrijheid.” Heidegger zou eraan toevoegen dat wie nooit zo’n existentiële angst voelt, misschien altijd in oppervlakkigheden blijft hangen. Dus paradoxaal genoeg kan angst je helpen om authentieker te gaan leven, omdat het je confronteert met de vraag wat jij nu echt wilt en wie jij bent zonder de zekerheden van buitenaf.
- Zijn-tot-de-dood – Verbonden met het thema angst is Heideggers idee van “Sein zum Tode”, wat letterlijk zijn-naar-de-dood betekent. Daarmee doelt hij op het besef dat je sterfelijk bent. Iedereen weet rationeel wel “dat we ooit doodgaan”, maar we duwen dat besef vaak weg. Heidegger vond het echter belangrijk om dit onder ogen te zien. Waarom? Omdat de dood het ultieme persoonlijke is: niemand kan jouw dood voor jou sterven, en het maakt je bestaan uniek en beperkt in de tijd. Wanneer je écht tot je laat doordringen dat jouw leven eindig is, kun je twee dingen doen. Ofwel je raakt verlamd van angst en ontkent het (terugvluchten in de afleiding van alledag), óf je gebruikt dat besef om intenser en authentieker te leven. Heidegger geloofde dat bewust leven met de eindigheid voor ogen juist bevrijdend kan werken. Het plaatst alle triviale dingen in perspectief en kan je helpen prioriteiten te stellen: Wat is nu echt belangrijk, gegeven dat mijn tijd beperkt is? In Sein und Zeit suggereert hij dat authentiek zijn uiteindelijk betekent leven in het licht van de dood – niet morbide, maar juist levenslustig, omdat je de waarde van elk moment inziet. Iemand die beseft “ik heb een eindige tijd op aarde” zal eerder geneigd zijn zijn leven echt naar eigen inzicht vorm te geven en zich minder aantrekken van nutteloze conventies of groepsdruk. Heidegger zegt zelfs: het besef van je sterfelijkheid zou wel eens “de weg naar het echte leven” kunnen zijn en de manier om te ontsnappen aan het zinloze geklets van de massa. Dit betekent praktisch: wanneer je bijvoorbeeld twijfelt of je nu veiligheid moet kiezen of je hart moet volgen, kan de gedachte “als ik aan het eind van mijn leven terugkijk, waar heb ik dan spijt van?” ineens de zaak helder maken. Die eindigheid werkt dan als gids naar een authentiek besluit.
Deze ideeën – in-de-wereld-zijn, het Men en authenticiteit, angst en zijn-tot-de-dood – vormen samen de kern van Heideggers filosofie in Sein und Zeit. Later in zijn leven ging Heidegger nog over andere dingen schrijven (zoals over technologie en over taal en poëzie), maar de genoemde inzichten blijven het meest bekend. Belangrijk is dat hij filosofie zag als iets dat persoonlijk relevant is: geen droge theorie, maar een manier om je eigen bestaan onder de loep te nemen. Hij zei zelfs dat filosofie, net als bij de Oude Grieken, een levenshouding en een soort therapie moest zijn, niet puur een academische oefening.
Wat kun je in het dagelijks leven met deze ideeën?
Een persoon in de natuur met de armen omhoog – symbool voor het ervaren van vrijheid en authenticiteit.
Heideggers inzichten kunnen misschien abstract lijken, maar ze raken aan ervaringen die we allemaal weleens hebben. Je hoeft geen filosoof te zijn om er iets mee te doen. Hier zijn een paar manieren waarop zijn ideeën praktisch kunnen doorwerken in dagelijks leven:
- Zelfkennis en echtheid: Heidegger moedigt je aan om jezelf eerlijk te onderzoeken. Vraag je eens af: Leef ik zoals ik echt wil, of vooral zoals “men” van mij verwacht? Bijvoorbeeld, volg je een bepaalde studie of loopbaan omdat het je echt boeit, of vooral vanwege status of familiedruk? Door je bewust te worden van dat “das Man”-mechanisme in het dagelijks leven, kun je beter onderscheiden wat van jou komt en wat niet. Dit leidt tot meer zelfkennis. Je ontdekt misschien dat sommige routines of ambities eigenlijk niet bij je passen. Heideggers idee van authenticiteit zegt: heb de moed om trouw te zijn aan jezelf. In de praktijk betekent dat kleine dingen, zoals een voorkeur uitspreken die afwijkt van de groep, tot grote beslissingen, zoals een andere loopbaan kiezen of grenzen stellen in relaties. Uiteindelijk geeft dat meer voldoening, omdat je niet langer een rol speelt maar echt jezelf bent.
- Vrijheid en verantwoordelijkheid: Het besef dat je altijd “in de wereld geworpen” bent – je bent ergens geboren, hebt bepaalde ouders, een bepaalde cultuur – maar dat je daarbinnen vrije keuzes kunt maken, legt ook verantwoordelijkheid bij jou. Je kunt niet alles kiezen (niemand kiest zijn geboorteplek of talentenpakket), maar binnen jouw situatie moet jíj bepalen wat je doet met wat je gegeven is. Heidegger zou zeggen: omarm die vrijheid en neem de verantwoordelijkheid voor je eigen leven. In praktijk: het is verleidelijk om anderen of omstandigheden de schuld te geven van een onbevredigend leven (“ja, maar door mijn baas/partner/verleden kan ik niet anders”). Natuurlijk zijn er altijd beperkingen, maar Heidegger herinnert ons eraan dat we altijd enige keuzevrijheid hebben in hoe we ons daartoe verhouden. Dat is soms confronterend, want vrijheid betekent ook dat er geen excuus is om passief te blijven. Maar het is ook krachtig: je kunt je houding of richting altijd veranderen, al is het maar in gedachten of in kleine stappen. Dit inzicht stimuleert een houding van eigen regie over je leven.
- Omgaan met angst en onzekerheid: Iedereen ervaart wel eens onzekerheid over de toekomst of de zin van dingen – denk aan keuzestress, of het gevoel “wat nu?” na een grote verandering. Heideggers kijk op angst kan je helpen dit te zien als niet abnormaal. Wanneer je bijvoorbeeld klaar bent met je studie en geen idee hebt wat je nu moet doen, kun je dat lege gevoel hebben dat niks betekenis lijkt te hebben. In plaats van die existentiële angst onmiddellijk te verdoven (met afleiding, drukte, social media, etc.), zou Heidegger zeggen: probeer even bij dat gevoel stil te staan. Het vertelt je namelijk iets: dat je op een punt bent waar je echt zelf moet kiezen welke richting je op gaat. Die onbestemde angst geeft aan dat je oude zekerheden weggevallen zijn en alles open ligt. Je zou kunnen beseffen: oké, ik moet nu bepalen wat belangrijk voor me is. Zoals een filosoof het mooi samenvatte: “Angst wijst je de weg naar jezelf.” Door je angsten onder ogen te zien, leer je wat je werkelijk waardevol vindt (omdat angst vaak laat zien wat je niet wilt verliezen of missen). Heideggers idee leert ons om onzekerheid niet louter negatief te zien, maar als kans voor persoonlijke groei. Na zo’n periode van twijfel en angst kun je vaak met hernieuwde duidelijkheid een keuze maken en voel je je sterker, juist omdat je door die tunnel van onzekerheid bent gegaan.
- Bewust leven en zingeving: Heidegger spoort aan tot leven met het einde in gedachten, niet om somber te worden maar om juist bewuster te leven. Dit betekent dat je jezelf zo nu en dan herinnert aan het feit dat het leven eindig is. Stel jezelf de vraag: Als ik morgen zou sterven, heb ik dan spijt dat ik X nooit heb gedaan of Y teveel heb gedaan? Zulke vragen scherpen je gevoel voor zingeving. Misschien realiseer je je dat je altijd al die oude vriend had willen spreken, of die wereldreis had willen maken, of juist dat je spijt zou hebben dat je zoveel tijd aan werk hebt besteed in plaats van bij je gezin te zijn. Dit zijn wake-up calls die je richting kunnen geven in het hier-en-nu. Heidegger zou zeggen: maak je eigen leven betekenisvol door je keuzes af te stemmen op wat écht waardevol voor je is. Dat voorkomt ook een soort nihilisme of leegtegevoel. Wie betekenis zoekt in oppervlakkige dingen (alleen maar status, geld, uiterlijk vertoon) merkt vaak op een gegeven moment dat dit uiteindelijk onbevredigend is. Door je te richten op wat je diep belangrijk vindt – creativiteit, liefde, behulpzaamheid, authenticiteit, wat het ook is – geef je actief zin aan je bestaan. Heideggers filosofie geeft je dus geen kant-en-klare zin van het leven (zoals een religie dat kan doen), maar daagt je uit die zelf te creëren.
- Echtheid in relaties (liefde en vriendschap): Tot slot kunnen we Heideggers ideeën ook toepassen op hoe we met anderen omgaan. Hij benadrukt dat we “zijn met anderen” (Mitsein) altijd al – we leven nooit geïsoleerd. Maar de kwaliteit van dat samen-zijn kan verschillen: is het authentiek of onecht? In een vriendschap of liefdesrelatie bijvoorbeeld, kun je merken of je jezelf kunt zijn (authenticiteit) of dat je een façade ophoudt uit angst voor afwijzing (onechtheid). Heidegger zou waarschijnlijk adviseren dat echte verbondenheid alleen mogelijk is als beide personen als zichzelf aanwezig zijn, niet als maatschappelijke rol of masker. Dat betekent eerlijk communiceren over gevoelens, niet alleen sociale verwachtingen volgen (“we horen nu eenmaal te trouwen en huisje-boompje-beestje te doen”, bijv.) maar samen onderzoeken wat jullie relatie uniek maakt. Ook hier geldt: de moed hebben om jezelf te laten zien en de ander echt te zien, leidt tot echtere liefde en vriendschap. Mensen zijn-in-de-wereld samen, en door open te staan voor elkaars eigenheid, geef je die samen-wereld meer diepgang.
Kortom, Heideggers filosofie kan ons inspireren om bewuster en eerlijker in het leven te staan. Het gaat om authentiek leven: je eigen weg vinden in plaats van slaafs de massa te volgen, verantwoordelijkheid nemen voor je keuzes, de uitdaging aangaan van vrijheid (met de onzekerheid die daarbij hoort), en beseffen dat dit leven waardevol is omdat het eindig is. Je zou kunnen zeggen dat Heidegger ons oproept om wakker te worden uit de automatische piloot en echt aanwezig te zijn in ons eigen bestaan.
Kritiek op Heidegger – en hoe die te begrijpen
Geen groot denker blijft onomstreden, en dat geldt zeker voor Heidegger. Er zijn twee hoofdaspecten van kritiek die vaak terugkomen: zijn persoon (ethiek/politiek) en zijn stijl/inhoud (begrijpelijkheid en focus).
1. Politieke keuzes en morele kritiek: Het meest besproken punt is Heideggers verbondenheid met het nazisme in de jaren ’30 en ’40. Veel mensen (terecht) worstelen daarmee: kun je de ideeën van een filosoof los zien van zijn daden? Heidegger heeft zich in 1933 expliciet aangesloten bij Hitlers partij en hij heeft nooit duidelijk afstand genomen van die ideologie, ook niet na de oorlog. Sterker nog, in 2014 kwamen zijn persoonlijke aanteken-schriften (“Zwarte Schriften”) uit, waarin antisemitische uitspraken van hem stonden, wat tot hernieuwde verontwaardiging leidde. Critici vinden het hypocriet dat iemand die zo diep nadacht over authenticiteit en existentie, zich associeerde met een regime dat juist individuen en minderheden onderdrukte en vernietigde. Sommige filosofen vragen zich zelfs af of er iets in zijn denken zit dat zo’n fout mogelijk maakte – bijvoorbeeld zijn afkeer van modern “massadenken” sloot ironisch genoeg aan bij een verlangen naar een mythische Duitse Volksgeest, iets wat de nazi-ideologie exploiteerde. Hoe je deze kritiek kunt begrijpen: het laat zien dat filosofen menselijk en feilbaar zijn. Je kunt enorme inzichten hebben in de menselijke conditie en toch moreel falen. Voor ons als lezers van Heidegger is dit een aanmoediging om zijn ideeën kritisch te benaderen. Je kunt waarde vinden in zijn analyse van angst en authenticiteit, maar je moet ook erkennen dat zijn eigen toepassing daarvan tekortschoot in zijn leven. Sommige mensen kiezen erom die reden voor om Heidegger helemaal te laten liggen. Anderen – waaronder Joodse denkers als Hannah Arendt (zijn voormalige leerling en partner) – hebben geprobeerd het waardevolle in zijn filosofie te behouden terwijl ze zijn daden veroordelen. Er is geen definitief antwoord, maar het is goed dit spanningsveld te kennen als je Heidegger leest.
2. Moeilijke stijl en inhoudelijke kritiek: Heideggers schrijfstijl is berucht. Hij gebruikt lange zinnen, verzint nieuwe woorden of geeft gewone woorden een speciale betekenis. Veel mensen (zelfs filosofiestudenten) vinden zijn teksten bijna ondoordringbaar. De Britse wiskundige en filosoof Bertrand Russell noemde Heidegger bijvoorbeeld een opzettelijke duisterling: hij schreef dat Heideggers taal “extreem obscuur” is en dat hij woorden als “Niets” op een vreemde manier gebruikt, alsof nietsheid iets is. In diezelfde lijn hebben logisch-positivistische filosofen (zoals A.J. Ayer en Rudolf Carnap) Heidegger verweten dat hij uitspraken doet die wetenschappelijk of logisch gezien oncontroleerbaar en zelfs onzinnig zouden zijn. Zij vonden dat Heidegger met mooie volzinnen eigenlijk niets concreets zei – Carnap gaf als voorbeeld Heideggers uitspraak “Het Niets nietigt” uit een van zijn essays, en noemde dat quasi-diepzinnige maar feitelijk lege taal. Een andere inhoudelijke kritiek is dat Heidegger nauwelijks over ethiek spreekt: hij analyseert wat is (zijn), maar zegt weinig over wat hoort of hoe we met elkaar om moeten gaan. Sommigen, zoals filosoof Emmanuel Levinas, vinden dat een tekort: juist omdat Heidegger zo bezig was met het individu en zijn dood, zou hij het ethische appèl van de ander hebben verwaarloosd. En tot slot wordt weleens gezegd dat Heidegger eigenlijk zijn grote vraag (“Wat is de zin van zijn?”) nooit echt beantwoordde – Sein und Zeit blijft halverwege steken, en latere werken sloegen andere wegen in, zonder dat er een helder slotstuk kwam.
Hoe moeten we deze kritiek zien? Ten eerste is het waar dat Heidegger lastige kost is. Zijn ideeën komen pas tot leven als je de moeite doet om ze, liefst met uitleg erbij, te ontrafelen. Niet iedereen heeft daar zin in of acht het de moeite waard, en dat is begrijpelijk. Maar vaak geldt: wat voor de een onzin lijkt, bevat voor een ander juist een treffend inzicht (zij het in moeilijke woorden verpakt). Over smaak en stijl valt te twisten, en Heidegger heeft nu eenmaal een heel eigen stijl. Ten tweede, de inhoudelijke bezwaren (zoals gebrek aan ethiek) laten zien dat Heideggers filosofie niet alles omvat. Het is vooral een analyse van het zijn en mens-zijn, maar het geeft je geen direct antwoord op bijvoorbeeld sociale rechtvaardigheid of intermenselijke moraal. Die beperkingen erkennen, betekent dat je Heidegger kunt gebruiken waar hij sterk is (existentiële zelfreflectie), en aanvullen met andere denkers waar hij zwijgt (bijv. ethiek bij Levinas of politieke filosofie elders). Het belangrijke is om niet in blind enthousiasme te vervallen: Heidegger is geen heilige graal die alle wijsheid bevat, en zijn schaduwzijde dwingt tot nuance. Maar tegelijkertijd hebben velen na hem – denk aan Jean-Paul Sartre, Simon de Beauvoir, Maurice Merleau-Ponty, Hannah Arendt – voortgebouwd op delen van zijn denken om nieuwe, ook menslievende, filosofieën te maken. Zijn invloed is enorm, zowel in de filosofie (existentialisme, hermeneutiek, deconstructie) als in kunsttheorie en psychologie, maar altijd omstreden. Uiteindelijk is de kritiek een herinnering dat filosofie zich afspeelt in de echte wereld: ideeën hebben consequenties, en personen zijn niet los te koppelen van hun tijd en fouten.
Kernboodschap van Heideggers denken (in één zin)
Wees je bewust van je eigen bestaan en eindigheid, en leef authentiek: geef zelf betekenis aan je leven in plaats van klakkeloos de massa of gemakzucht te volgen.