mei 20, 2025

Søren Kierkegaard: filosoof over zingeving, vrijheid, keuzes en angst

Wie was Søren Kierkegaard?
Søren Aabye Kierkegaard (1813–1855) was een Deense denker en theoloog uit de 19e eeuw. Hij wordt vaak gezien als een van de grondleggers van het existentialisme. Kierkegaard groeide op in Kopenhagen in een gezin dat hard door het leven was beproefd: van zijn zeven broers en zussen overleefden er maar enkelen, en ook zijn moeder stierf toen hij nog jong was. Zijn vader, Michael Pedersen Kierkegaard, was een vrome man die de familie­tragedies zag als straf van God. Dit strenge religieuze klimaat maakte Søren melancholisch en kritisch over geloof en traditie. Hij studeerde theologie en reisde ook naar Berlijn, waar hij colleges volgde bij filosofen als Friedrich Schelling, die hem echter teleurstelden. In zijn werk gebruikte Kierkegaard vaak literaire vormen en pseudoniemen – hij liet verschillende auteurs “spreken” om verschillende levensstijlen voor te stellen. Bekende werken van hem zijn onder andere Enten–Eller (“Of/Of”) en Vrees en beven, waarin hij vanuit verschillende perspectieven schreef. Kenmerkend voor Kierkegaard is dat hij het individu centraal stelde en persoonlijke betrokkenheid belangrijk vond.

Welke fundamentele vragen stelde hij?
Kierkegaard vroeg zich vooral af hoe mensen een echt zelf kunnen worden. Hij was gefascineerd door het menselijke bestaan en stelde de vraag “Hoe wordt de mens zichzelf?”. Volgens hem hebben veel mensen geen bewust ‘zelf’: ze leven voort op de automatische piloot, zonder zich af te vragen wie ze werkelijk zijn. Hij onderzocht de leegte en ontevredenheid die daarin kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld vergeleek hij een estheet – iemand die alleen naar plezier zoekt – met een doelbewuste zoeker van betekenis. Hij stelde vragen als: Wat is een zinvol leven? Hoe vind ik een eigen weg als er geen kant-en-klare antwoorden zijn? Deze vragen staan bij hem altijd centraal. Kierkegaard benadrukte dat ieder mens voor zichzelf moet beslissen wat waarheid en geluk is, en niet achterwelke massa of systeem aan moet hollen.

Welke invloeden speelden een rol in zijn werk?
Kierkegaard werd beïnvloed door de protestants-christelijke traditie (hij was Lutheraan) en door de filosofie van zijn tijd, maar hij keerde zich ook sterk tegen beide. Hij was getraind in de Lutherse theologie, maar bekritiseerde de gevestigde Deense kerk als te veel een wereldse kracht. Filosofisch nam hij afstand van systeemdenkers zoals Hegel. Hegel, die in die tijd populair was, “verloor zich in speculatieve theorieën” en negeerde volgens Kierkegaard de vraag naar het persoonlijk bestaan. In Berlijn volgde hij colleges van Friedrich Schelling, maar ook die filosofie vond hij uiteindelijk té abstract. In plaats daarvan keek hij naar eenvoudige voorbeelden (zoals het bijbelse verhaal van Abraham) en naar de manier waarop Socrates vragen stelde. Ook dichtte hij grote invloed toe aan persoonlijke ervaringen en gevoelens (zoals angst en liefde) in plaats van aan uiterlijke filosofische systemen.

Belangrijkste ideeën helder uitgelegd:

  • Het individu: Voor Kierkegaard staat het individuele menselijk bestaan centraal. Hij beschrijft de ontwikkeling van het individu als drie levensstadia – het esthetische, het ethische en het religieuze – waarmee iemand in de loop van de tijd een authentiek zelf wordt. In het esthetische stadium leeft iemand vooral voor eigen plezier; in het ethische stadium maakt hij bewuste keuzes en neemt hij verantwoordelijkheid voor zijn daden; in het religieuze stadium zoekt hij een persoonlijke relatie met het (christelijke) geloof. Het kernpunt is dat iedereen zelf móét beslissen welke keuzes belangrijk zijn, en dus actief vorm geeft aan zijn leven. Voorbeeld: Stel je een student voor die eerst geniet van feesten (esthetisch leven), daarna kiest voor een ethisch verantwoord beroep om anderen te helpen (ethisch leven), en uiteindelijk een persoonlijke spirituele overtuiging vindt die verder gaat dan de regels van de kerk. Kierkegaard zegt dat dit stappen zijn naar een vrij en authentiek bestaan.
  • De sprong van geloof: Eén van zijn bekendste beeldspraken is de geloofssprong. Kierkegaard betoogt dat je vanuit alleen redelijkheid vaak vastloopt in zinloosheid. Om te ontsnappen aan de leegte van het leven moet je een “sprong” maken buiten de logica en rekenen. Hij zegt: alleen als je de moed hebt om die sprong te wagen, kun je je “ware zelf” worden. Praktisch voorbeeld: Dit is vergelijkbaar met het idee van duiken in onbekend water zonder garantie: je weet niet zeker of het veilig is, maar je moet het doen om verder te komen. In de bijbel gebruikt hij daarvoor het voorbeeld van Abraham die moest geloven dat God zijn zoon Red meegeeft. Zo laat Kierkegaard zien dat geloof niet vanzelf komt, maar een keuze is die moed en vertrouwen vraagt.
  • Existentiële angst: Kierkegaard zag angst als iets wezenlijks in het menselijk leven – het gevoel dat je bij zware keuzes óf bij het besef van je vrijheid kunt krijgen. Hij vond dat ieder mens ermee te maken heeft. Volgens hem kan angst juist leerzaam zijn: het maakt je wakker voor wat je echt belangrijk vindt. “Iedereen heeft het,” zegt een huidige denker over Kierkegaard, “Angst maakt je wakker voor wat écht belangrijk is. Het tegenovergestelde van angst is liefde en vertrouwen.” Dat betekent: als je durft toe te geven dat je bang bent, ga je daardoorheen en ontdek je wat je echt wilt. Vergelijking: Denk aan een moment dat je erg nerveus bent voor een belangrijke beslissing. Die spanning laat zien dat je veel waarde hecht aan het resultaat. Kierkegaard zou zeggen: zie die angst niet als iets slechts, maar als teken dat je vrij bent keuzes te maken – en als je er doorheen gaat, kom je uit bij wat echt bij jou past.
  • Authenticiteit en zelfvergeving: Een terugkerend begrip bij Kierkegaard is “jezelf worden”. Hij riep lezers op te onderzoeken wie ze zijn, zonder zichzelf te veel te verheerlijken of te haten. In het ethische stadium van zijn filosofie maakt een mens een authentieke keuze en neemt hij verantwoordelijkheid voor de eigen daden. Daarbij benadrukte hij vergeving en liefde als kernbegrippen. In zijn woorden komt iemand “bij het stabiele midden door de extreme kanten van jezelf in liefde te omarmen”. Praktisch voorbeeld: Stel dat je worstelt met eigen fouten, of juist denkt dat je veel beter bent dan anderen. Kierkegaard zou zeggen dat je door liefde en zelfvergeving een evenwicht vindt. De reden is dat ”we allen worden liefgehad door iets groters”. Dit inzicht maakt je milder naar jezelf en anderen toe. Een concreet voorbeeld is dat iemand zijn faalangst leert relativeren door te beseffen dat mislukken erbij hoort; zo groeit zelfkennis en rust.
  • Geloof als keuze: Tot slot benadrukte Kierkegaard dat geloof geen vanzelfsprekende traditie is, maar een persoonlijke keuze. Hij wilde niet dat mensen klakkeloos kerkelijke regels volgden. Zoals een hedendaagse commentator het formuleert: de essentie van geloof is dat je niet aan starre dogma’s klampt, maar met dankbaarheid geniet van alles wat er gegeven is – “het eten, drinken, de natuur” – en niets verabsoluteert. Voorbeeld: In plaats van ongeïnteresseerd de kerkdiensten te bezoeken omdat het zo hoort, denkt Kierkegaard dat je eerst voor jezelf moet bepalen of het je écht iets geeft. Zo maak je van geloof een eigen stap. Dat maakt je geloof levend en vrij, in plaats van iets wat je uit angst of gewoonte doet.

Wat kunnen mensen vandaag met deze ideeën?

  • Vrijheid en verantwoordelijkheid: Kierkegaard laat zien dat échte vrijheid niet is dat je zomaar doet waar je zin in hebt, maar dat je zelf bewuste keuzes maakt en daar verantwoordelijkheid voor neemt. Als voorbeeld: je kunt kiezen om fulltime te werken of iets nieuws te leren, maar dan moet je ook de gevolgen (in tijd of geld) aanvaarden. In zijn denken horen vrijheid en plicht bij elkaar. Vandaag kan dit helpen als je voor belangrijke beslissingen staat. Besef dat je vrij bent om te kiezen wat jij zinvol vindt, maar neem ook de verantwoordelijkheid voor die keuze.
  • Liefde en medemenselijkheid: Kierkegaards nadruk op liefde en vergeving blijft waardevol. Hij wijst erop dat liefde het tegengestelde is van angst. In concrete zin: als je vriendelijkheid en begrip centraal stelt, kun je angsten overstijgen. Denk aan het voorbeeld van iemand die een ruzie heeft gemaakt; volgens Kierkegaard moet je proberen elkaar te vergeven en te begrijpen. Dit perspectief helpt ons milder te zijn. Zoals Geert Jan Blanken (een huidige publicist) zegt: angst nodigt ons uit om liefde en vertrouwen op te bouwen. Concreet kan iemand die bang is om iets te doen, leren zichzelf te troosten met de gedachte dat hij net zo goed fouten mag maken als anderen. De ideeën over liefde en genade maken het leven minder onzeker en menselijker.
  • Zelfkennis en geluk: Door Kierkegaards idee dat je jezelf moet worden door eigen keuzes, leer je jezelf beter kennen. Volgens een woordvoerder van Kierkegaard-denkers is zijn filosofie juist nu nodig “omdat hij op het grensvlak van psychologie, filosofie en religie opereert” en een breder perspectief biedt dan alleen wetenschap. Dit betekent dat zijn denken ons aanmoedigt verder te kijken dan de pure feiten en naar ons eigen bestaan te vragen. In de praktijk kan dat geluk geven: als je weet wat jij echt belangrijk vindt (zelfkennis), kun je gerichter leven. Kies bijvoorbeeld niet zomaar een populaire opleiding, maar een vak dat bij jouw talenten past. Je krijgt zo meer voldoening. Kierkegaard leert ons dat geluk vaak ligt in de persoonlijke zoektocht naar betekenis – iets waarin we onszelf actief leren kennen en ontwikkelen.

Kritiek en beperkingen van zijn filosofie:
Kierkegaard kreeg ook te maken met kritiek. Sommigen vonden zijn aanpak té subjectief of persoonlijk: hij schreef poëtisch en indirect, wat het voor lezers lastig maakte een eenduidige boodschap te vinden. Anderen vinden een ‘sprong van geloof’ een onwetenschappelijk idee: er wordt weinig rationeel argument gegeven, en een buitenstaander kan dat niet zomaar volgen. Er wordt gezegd dat hij meer nadruk legt op individuen dan op sociale aspecten – kritisch filosoferen gaat bij hem vooral over je eigen leven. Kierkegaard zelf antwoordde dat hij bewust niet wilde voorschrijven wat universeel juist is, maar mensen uitdaagde hun eigen weg te kiezen. Ook werd wel opgemerkt dat zijn sterke religieuze invalshoek het lastig maakt om zijn ideeën toe te passen voor wie niet gelovig is. Toch leven tegenwoordig mensen juist daarmee: de zogeheten ‘seculiere lezing’ van Kierkegaard is mogelijk, maar beperkt wel het bredere perspectief dat hij biedt (zoals liefde en genade).

Kernboodschap in één zin: Durf jezelf te zijn en spring – ondanks de angst – in het diepe door je eigen keuzes te maken; daar ligt de ware vrijheid en zingeving in je leven.

Bronnen: In deze tekst zijn inzichten over Kierkegaard gebruikt uit biografische en filosofische bronnen, en inzichten van hedendaagse denkers die zijn ideeën toegankelijk uitleggen. Deze bronnen helpen de gedachten van Kierkegaard concreet en herkenbaar te maken.

Plaats een reactie